SV | Wacht u, een iegelijk van zijn vriend, en vertrouwt niet op enigen broeder; want elk broeder doet niet dan bedriegen, en elk vriend wandelt [in] achterklap. |
WLC | אִ֤ישׁ מֵרֵעֵ֙הוּ֙ הִשָּׁמֵ֔רוּ וְעַל־כָּל־אָ֖ח אַל־תִּבְטָ֑חוּ כִּ֤י כָל־אָח֙ עָקֹ֣וב יַעְקֹ֔ב וְכָל־רֵ֖עַ רָכִ֥יל יַהֲלֹֽךְ׃ |
Trans. | 9:3 ’îš mērē‘ēhû hiššāmērû wə‘al-kāl-’āḥ ’al-tiḇəṭāḥû kî ḵāl-’āḥ ‘āqwōḇ ya‘əqōḇ wəḵāl-rē‘a rāḵîl yahălōḵə: |
Wacht u, een iegelijk van zijn vriend, en vertrouwt niet op enigen broeder; want elk broeder doet niet dan bedriegen, en elk vriend wandelt [in] achterklap.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Wacht u, een iegelijk van zijn vriend, en vertrouwt niet op enigen broeder; want elk broeder doet niet dan bedriegen, en elk vriend wandelt [in] achterklap.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!